Natuur van Hawaii

Vroeger leefde er slechts een handvol diersoorten op Hawaii. Op het moment dat Hawaii in contact kwam met de rest van de wereld, bezat het zeventig soorten vogels. Meer dan de helft van deze soorten is inmiddels uitgestorven. Veel dieren hebben zich, net als de planten, aangepast aan het leven op de eilanden, waardoor nieuwe soorten zijn ontstaan. Het nationale dier, de Hawaiian goose of nene, lijkt bijvoorbeeld op de Canadese gans, maar heeft zich aangepast aan het lopen op lava. Door de verre evolutie is het in veel gevallen onmogelijk vast te stellen van welke voorouders de vogels afstammen.

 

In de zee leven tropische vissen, dolfijnen en walvissen. Het is daar ook ontzettend mooi om te snorkelen. Ook in de bossen leven tropische diersoorten. De nationale bloem van Hawaii is de gele hibiscus of, op z'n Hawaiiaans: pua ma'o hau hele. Hawaii heeft heel veel mooie en unieke planten waarvan bijna 90 procent alleen maar op Hawaii voorkomt. De oorzaak hiervan is dat de eilandengroep geïsoleerd ligt. De zaden die het land van over de hele wereld bereikten, hebben zich zodanig aangepast aan het land, dat zij aanzienlijk verschillen van hun oorspronkelijke vorm. Zo vind je op Hawaii bijvoorbeeld de kokio (lijkt op de hibiscus) en akala's (typisch Hawaiiaanse frambozen). De bloem die symbool staat voor the Big Island , is de pua lea, een soort rode bloesem.

 

De begroeiing op Hawaii is het beste te omschrijven per landschap. Op kusthoogte groeien palmen, struiken en hoge bomen. In vlakke gebieden is er veel sprake van moerasachtig gebied. Moerassen zijn te vinden op een hoogte van twaalfhonderd tot tweeduizend meter, waar veel regen valt en de afwatering niet goed in elkaar zit. Op hoogten vanaf drieduizend meter is het droog. Hier groeit struikgewas, zoals zilverzwaarden en het Hawaiiaanse kupoa. Er zijn ook erg giftige diersoorten zoals zwarte weduwen en schorpioenen.